Week 5

Maandag, 26 september. Albufeira.
Vandaag een rustdag. Misschien een dag om alles van deze reis eens te overdenken. Maar dat doen we niet... We gaan na de koffie op pad, naar ..... Lagos, voor de heenreis kiezen we de lokale wegen, dwars door steden en stadjes, afgewisseld met fraaie natuur, cultuurland, pas gemaaid graan, woeste gebieden, zelfs een lagune. Maar in de stadjes is ook van alles te zien en te doen, we zouden de caravan vol kunnen laden met de spullen uit de kledingwinkel, de meubelwinkel, het tuincentrum, te veel om op te noemen. Vooral de Lagune is bijzonder, eerst kom je over een vrij nieuwe schitterende brug en dan daarachter de lagune, heel bijzonder. Wat ook bijzonder is, is het aantal rotondes, op elke kilometer zo'n drie. Al met al schiet het dus niet op, over 50 kilometer doen we een uur. We hebben een enorm parkeerterrein gevonden, vlak achter de haven en inderdaad, daar vinden we gemakkelijk een plaatsje.
Aan de haven is het een drukte van belang, niet alleen van bootjes en bootjesmensen, het is restaurant naast bar, naast restaurant èn dan nog de dag-trip verkopers, tientallen, een bootje door de woeste golven, een bootje naar de dolfijn(en), een bootje naar de grotten, een kanotochtje, eindeloos. Maar een wc, waar is die? We zien een mevrouw die achter een balie ook reisjes verkoopt, in ons beste Engels wil ik wat vragen maar ze begint meteen in het Nederlands. We hebben een heel gezellig gesprek, ze wonen nu zes jaar in Lagos, hebben een klein bedrijfje en hebben geen behoefte om terug te gaan naar NL. O ja, de wc is om de hoek.
Dan gaan we op pad naar de Oude Stad, het oude Lagos, onderweg even een eenvoudige lunch, want vanavond hebben we een privé diner, tenminste als het Peter lukt om een 'Take Away' voor ons te krijgen. Dan een stijl straatje in en we staan in de oude stad, aan de eenvoud van huizen en de kerk kun je zien dat het hier een arm vissersdorp was. Wel is het straatje nu een feest om door te lopen, kleine winkeltjes, ateliers, restaurantjes en barretjes. Heel gezellig en bij de mensen erg in trek.
We komen na wat omzwervingen uit bij een plein met een kerk, het is de voormalige slavenmarkt en de kerk van de Heilige Maria, hier geen goud wat er blinkt, eenvoud - en zo hoort het ook.
Dan een poortje door, het blijkt de poort in de oude stadsmuur te zijn best indrukwekkend, zo groot en kolossaal. Die oude muur is wel heel mooi gerestaureerd, echt een sierraad voor de stad, die zal er zeker trots op zijn, in de uur is aan de andere kant het hospitaal geïntegreerd, ach waarom ook niet...
Dan daar tegenover, het Castro, oftewel het kasteel dat om onbekende reden 'tot nader order' gesloten is.
We steken de straat over en komen nu tussen 'het volk' dat op weg is naar het strand. Allerlei pluimage met tasjes en soms de stringbikini al aan loopt hier over straat. De weg naar het strand is bijzonder, de zandsteen? rotsen lopen hier stijl naar beneden maar door de inwerking van de zee, zijn er talloze poorten en grotten uitgesleten. Het zandstrand is best groot, redelijk bevolkt maar later zien we dat je door zo'n 'tunnel' op een volgend strand komt, ook wel weer leuk.
Over de zee is het een gaan van bootjes en kano's, die je allemaal kunt huren om een tochtje mee te maken, zelfs met de zeilboot die voorbij komt kun je een tochtje mee maken.
Er is in een soort grot aan kleine bar gemaakt, waar we even een drankje kunnen genieten, wel staat de muziek op 'strand-sterkte' dus lang zitten we er niet.
Het is blijkbaar tijd dat de bootjes terugkeren van zee, want we zien meerdere bootjes die hun klandizie naar de haven terug brengen. Misschien nog een laatste 'rit' om vijf uur, maar dan is 'de dag de dag'.
Het is tijd om terug te keren, we weten ook niet hoe druk het op de weg zal zijn en we moeten toch nog een paar boodschappen doen. We zijn bijna Lagos uit als we een Pingo Doce zien, dus de afslag overslaan en er naartoe. De reis over de tolweg verloopt lekker soepel, weinig verkeer en veertig minuten later zijn we 'thuis'.
's Avonds genieten we van de 'Take Away', Peter, hartelijk dank en iedereen die dit mogelijk gemaakt heeft.

Dinsdag, 27 september. Excursie naar Capo do San Vincente.
Vandaag zijn de dorpsgenoten op excursie, Emmie heeft eigenlijk net een dag te laat Corona gekregen, en vanwege de - terechte - regels moet ze zes dagen in quarantaine èn klachtenvrij zijn. Helaas.
Wij staan dus alleen op de camping, om ons heen, staan hun auto's, hun caravans, hun campers, hun fietsen, hun stoelen en tafels en wasrekjes. Het is een bizar beeld. Het is alsof je in een verlaten dorp terecht bent gekomen waarvan de inwoners op onverklaarbare wijze verdwenen zijn. Kaal, leeg, geen geluiden van mensen. (Wel van de autoweg hierachter.) Niemand om even een praatje mee te maken, je hebt vanzelf ook geen zin om te gaan kijken, je weet het, er is gewoon niemand. Geen goede morgen ...., geen hallo ...., geen hoe gaat het ...., geen hoe was het diner gisteravond..., niets van dat alles. Ooit gingen Jan Wolkers en Godfried Bomans elk een week op Rottummerplaat bivakkeren. Jan vond het heerlijk, hij liep naar de vogels, keek naar de zeehondjes, sprong in z'n blote kont in de zee, hij vond het heerlijk. Dan Godfried, hij verveelde zich enorm, had niets met de natuur op die plaat, hij kon niet slapen, was bang, en wilde zo snel mogelijk weer weg van die verschrikking. Ja, twee mensen, allebei groot schrijvers, allebei zo verschillend.

Verslag en beelden van onze razende reporter Greet, bedankt. De excursie vandaag gaat allereerst naar de Cabo de Sao Vincente, het is ruim een uur rijden, eerst een flink stuk tolweg maar dan de lokale weg naar de kaap. Het is al bijna tien uur als we daar aankomen. Dan is er koffie.... maar helaas niet, het restaurant is (nog) niet open, er is geen water en de afvoertanks moeten nog leeg, dat gaat wel een half uurtje duren - of langer. De gids heeft wel een ander adres maar ze kunnen zo'n grote groep niet echt aan, als de eerste de koffie op heetf, moet de laatste de koffie nog krijgen.
De kaap is heel indrukwekkend, ofschoon er wel een stevige bries staat, zijn de golven niet erg indrukwekkend, waarschijnlijk omdat de wind noordelijk is.
Na de koffie gaan we Sagres waar we de bijzondere kliffen bezoeken, wel even 145 treden omlaag maar dan heb je ook wat. Er is een een stelsel van tunnels en grotten en rotsen, waar je over lange stijle trappen naar de zee kunt lopen, ook zijn er veel boottochtjes hier naartoe.

Nu naar Lagos, het is wel tijd voor de lunch - de meegenomen boterhammen zijn nu wel op, ha ha.
Na de lunch is er vrije tijd om een zwerftocht door Lagos te maken, langs oude kerken, het slavenplein, het beeld van Hendrik de Zeevaarder, het oude Fort.
Dan naar het museum voor de visserij, in Portimao, het is gevestigd in een voormalige conservenfabriek waar ze de sardientjes inblikten, vandaar de ondankbare naam: het sardientjes museum. Op weg daarheen komen we nog langs een interessante fontein, met drie vrouwen die uitbeelden waar de vrouw in huis en op het werk zich inzette. We beginnen met een film en daarna zelf een rondgang maken door het museum. Een grote diversiteit aan gereedschappen die in de visserij gebruikt werden staan opgesteld of in foto's afgebeeld. Ook zijn er talloze reclameborden waarop de sardientjes aangeprezen worden. En natuurlijk ook een assortiment blikjes - al dan niet gevuld met sardienes.

Maaaar, terwijl onze dorpsgenoten lekker wandelen door Lagos en op weg gaan naar het museum in Portimao, liggen wij aan het strand in Albufeira, wel op gepaste afstand van iedereen natuurlijk. Later als we weer 'boven' zijn zien we pas echt hoe een spekbakkerij er uit ziet, geen gezicht, al die blote, ingesmeerde lijven die liggen te sudderen in de hete zon. We maken een leuke wandeling door pitoreske straatjes, echt heel aardig en maar weinig toeristen hier. Als we naar 'beneden' gaan en op de 'markt' komen is het heel wat anders, hier is het echt heel druk, er is vanavond een band die optreedt - kan wel zonder ons. Dan nog even de auto terug vinden, we hebben een prima plattegrond van de stad maar de straten hebben geen naam bordjes, Mw. T. heeft geen GPS tussen de hoge huizen, de MB's van de telefoon zijn op. Maar gewoon opletten en dan komen we er toch. Nog even een boodschap en dan naar de kar.

Woensdag, 28 september. Privé excursie Boliqueime.
Het weer is vanmorgen nou niet echt waar we blij van worden, ofschoon de zon heerlijk schijnt, hebben we een Noord-Westen wind die het vreselijk koud maakt, je ziet het ook meteen in 'ons dorp' er zit niemand buiten, in je bak of je car zit je beter, lekker lang koffie, een goed boek, een beetje Wordfeuten, wat je maar wilt..
Na de koffie - altijd weer die koffie - gaan we op pad, eerst naar het Castelo de Paderne. Het is een ruïne van een oud fort met kerkje. Het is maar 15 kilometer, maar het laatste stuk, daar wordt je niet blij van, het is een halfverharde weg met kuilen en grote stenen op de weg en het is er enorm stoffig, alle struiken en bomen zijn geelachtig van het stof en de droogte. Het Castello is in 1248 op de Moren veroverd en één van de zeven kastelen op de vlag van Portugal, Wauw. Het is alleen op woensdag open, hebben wij even geluk. De poort is los en we zijn de eerste en enige tijd de enige bezoekers. Het is best een groot complex, geen idee hoeveel soldaten hier gelegerd waren en hoe konden ze hier leven. Vanaf het Castelo kun je goed de Ponte de Paderne zien, deze ziet - er vanaf hier - nog heel goed uit, beter dan het Castelo.
We gaan nu naar Boliqueime, we hebben daar een huisje gezien dat je kunt huren als je in de Algarve wilt overwinteren. Al snel vinden we een parkeerterrein en even later lopen we op naar .... Het is inmiddels half één, dan zien we plotseling aan de overkant van de straat een bord, wat staat er op: Lunch, Salade, Sandwich enz. Ik klop op de deur van wat een gewoon huis lijkt, het is een hotel, Hotel Eleven, Na enig roepen komt er een meneer aan, ik begin in mijn beste Engels - maar ik vermoed dat de man geen Portugees is - veel te lang - Ik vraag: Where are you from, en hij antwoord NL, ha, dan gaan we verder in het Nederlands. Ik vraag of hij al een lunch serveert, hij gaat ons voor naar een schitterend terras achter het hotel, zo mooi aangelegd. Dit is een kadootje! De lunch is heerlijk, de bediening vriendelijk en behulpzaam. We praten nog even met 'De Manager' over hoe hij dit gevonden heeft en wensen hem veel geluk en een goede toekomst hier.
Nu op zoek naar 'ons winterhuis', we lopen eerst verkeerd maar eindelijk - op het heetst van de dag hebben we het gevonden, ja het ziet er echt heel goed uit, met een aardig zwembad, een ruim huis en onderhoudsarme tuin. Tja, we zullen alles nog maar eens afwegen...
We gaan naar de benzinepomp maar die is aan de overkant van de weg en je mag op deze weg niet linksaf slaan, er staan zelfs paaltjes. Dan puur toevallig staan we plotseling voor de Lidl, nou ja, dan maar even de 'vergeten' boodschappen.
Nu dan eindelijk naar de benzinepomp, maar in een ander dorp, op weg naar Vilamoura.
Wij denken dat Vilamoura een oude vissersplaats is - nou, je kunt je vergissen.... Dit is dus de plaats waar ze vanaf 1980 alle hotels neergegooid hebben. Het is niet eens heel onaardig, het is redelijk ruim met voldoende parkeerplaatsen en winkeltjes en restaurantjes. Het is tijd voor koffie of een drankje en tijd om even te relaxen van zo'n drukke ochtend, we parkeren de auto en gaan 'de stad' in.
Na een lekkere kop koffie en een Icetea lopen we naar het strand, waar de zwarte vlag wappert, het waait er flink en zwemmen is niet toegestaan, de 'kustwacht' patrouilleert. We zien ruim 1500 appartementen in aanbouw, vier gebouwen, zes verdiepingen hoog, 40 appartementen per etage. Ach voor 4 ton heb je er één, wel luxe natuurlijk. We keren om en gaan op zoek naar onze auto, we mogen tot tien voor vijf staan en als we aankomen staat de politie al te controleren, één man is de pineut, wat hij ook zegt, helaas, boete.
Nu nog even Vilamoura uit, wel een probleem omdat een straat is afgezet maar na enige tijd lukt dat ook. Het was een mooie dag.

Maar als we nu vergelijken, Lagos, het mooist, nog veel van de oude cultuur bewaard èn een heel natuurlijk strand. Als tweede, Albufeira, van de oude stad is nog veel bewaard, maar het strand is een spekbakkerij, geen gezicht, al die sudderende lichamen. Dan derde Vilamoura, al die hotels, al die appartementen, het is te veel, te groot, te kolossaal, de oude cultuur is hier onvindbaar, het is massa-toerisme puur-sang, niet ons ding.

Donderdag, 29 september. Naar Sevilla.
Het is precies tien uur als we de camping in Albufeira verlaten op weg naar Sevilla. Het is een afstand van 240 kilometer volgens het routeboek. Wij volgen deze keer de tolweg en de snelweg. Ofschoon het vaak heel leuk is door alle dorpjes te rijden, een kerkje hier, een cafeetje daar, een winkeltje, een pleintje maar het heeft ook vaak het nadeel dat je veel moet afremmen en weer optrekken voor zeebrapaden, stoplichten en verkeersdrempels. En is voor een combinatie auto plus caravan vaak geen parkeerplaats en dus blijf je maar rijden en rijden... Op de snelweg heb je soms fraaie vergezichten over de dalen en de velden, regelmatig een parkeerplaats en bezinepomp. Elk voordeel heeft zijn nadeel.
Onderweg schieten ook wij nog een paar plaatjes, een bijzondere brug over een rivier. Al snel is het koffietijd en toevallig komen Gerdien en Hans ook op dezelfde pic-nic plaats. Gezellig even bijkletsen, we hadden elkaar al zo lang niet gezien..... Ook wij gaan weer verder en hebben bij de lunch geluk om opnieuw een fraaie parkeerplaats te vinden, wel met een rammelende geparkeerde vrachtauto en toch nog zoveel wind dat de kussens uit de stoelen waaien, maar de zon maakt alles goed. Dan volgt een best grote afstand die saai genoemd kan worden, het landschap verandert maar langzaam en ofschoon de afstand tot Sevilla steeds korter wordt lijkt het steeds meer tijd te kosten per kilometer. Dan naderen we Sevilla, de wegen worden drukker, het is ook bijna spitsuur en omdat het drukker is, heb je meer ogen nodig dan je hebt. Mw. Tomt is laat met haar advies, moeten we nou met de binnenbocht rechts of met de buitenbocht rechts. Als je keus hebt maak je fouten en even later zien we dat Mw. een fraaie lus maakt om de weg terug te nemen. Wel een klein probleem, er staat een enorme file... maar we zien dat linksaf geen enkele auto wil en dat is nou juist wat wij moeten. Een paar minuten later zijn we weer op de goede weg en verloopt alles voorspoedig, om half vier staan we op de camping. Best leuk ons dorp is nu echt een dorp, allemaal buren van elkaar, met een paar kleine straatjes er tussen. Heerlijk knus.... of is dat weer te....?

Morgen een excursie naar Sevilla, dus weer vroeg opstaan, hoe moest dat ook al weer.... Lang niet gehad dankzij die quarantaine...

Vrijdag, 30 september. Excursie Sevilla.
Om kwart over acht verzamelen we bij de vlag...... Om half negen vertrekken we met de bus naar Sevilla, het is een rit van toch bijna drie kwartier. Als eerste stoppen we in de buurt van het Plaza de España en lopen daarheen. Het is eigenlijk een overblijfsel van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling in 1929 waarbij Spanje probeerde om het contact met de voormalige koloniën te herstellen en goede handelsbetrekkingen aan te knopen. Echter de beurskrach in New York gooit roet in het eten en de hele wereld economie lijdt er onder ook die van Spanje. Maar het overblijfsel mag er zijn, het is een fantastisch gebouw, architectonisch schitterend en omgeven door paviloens van de Zuid-Amerikaanse landen en schitterende tuinen, het park van Marie-Louise.
We gaan weer in de bus en stoppen vijf minuten later op weg naar het stadsdeel Santa Cruz. We komen ook langs een bijzonder monument, het eert Columbus voor zijn bijdrage aan de rijkdom van Spanje. De wijk Santa Cruz waar vroeger de Joden en Moslims woonden maar die mochten - van de Spaanse Inquisitie - kiezen: bekeren, verhuizen of de dood. Velen bekeerden zich in naam, maar bleven toch bij hun oude geloof, tot ook dat uit kwam en ze alsnog moesten vluchten. Een zwarte bladzij uit de geschiedenis van Spanje en de Roomse kerk. Het is een 'knusse' buurt, smalle straatjes afgewisseld met leuke pleintjes, kleine winkeltjes, restaurantjes en natuurlijk ook gewoon woningen.
Via talloze smalle straatjes komen we uiteindelijk bij de Real Alcazar. Alle kaartjes zijn op naam, alle paspoorten moeten getoond, alle 'bagage' door de scan, men is ook hier bang voor extremisten. Ofschoon we hier al eerder waren, is het toch opnieuw verbazing wekkend hoe mensenhanden het hebben kunnen maken. Wel is het nu extra boeiend omdat de gids - Chiel - op een prettige manier heel goed uitleg geeft over de strijd tegen de moren en de bouw van dit Koninklijk Paleis. Over details, over verschillen enz. Heel boeiend. We beginnen op het plein voor het paleis, wat opvalt zijn de heel verschillende bouwstijlen, en de m.i. meest eenvoudige gevel is de gevel, van het paleis. Chiel kan goed vertellen wat de symboliek is en de aanpak van Koning Pedro I, om zowel Christenen als moren tot vriend te houden. (Pas later kwam de inquisitie.) Binnen in het paleis is het allemaal symboliek, de waterpartijen, de boompjes en planten en de leefomgeving van de bewoners moet in harmonie zijn. Chiel kan ook mooi vertellen over b.v details in twee zuilen, deze zuilen zijn 'tweede hands' en daardoor verschillend. Na een uitgebreide rondleiding door het Alcazar - wat in het Arabisch Paleis of Kasteel betekent - gaan we naar.... de koffie.
We halen de koffie aan een soort bar, en je gelooft je ogen niet, de mannen slagen er in in echt 'no time' voor iedereen koffie te maken, wat een team-players.
Na de koffie gaan we naar de Kathedraal, gewoon een groepskaart en doorlopen maar. De Kathedraal is de grootste van Spanje, mogelijk van Europa. We krijgen ook hier een goede uitleg en het is heel bijzonder deze kerk zo te zien, al dat goud. De stad Sevilla had het alleenrecht op de handel van de Spaanse Koloniën en werd daardoor heel rijk. De stad kon zich allerlij grote projecten veroorloven, ook de kathedraal werd ermee betaald en al het goud dat in de kerk gebruikt is kwam uit Zuid-Amerika. Veel vakbekwame lieden werd ingehuurd, Architecten, voor beeldhouwwerk, voor schilderijen, uit Vlaanderen, uit Frankrijk en uit Italië.
Eindelijk kreeg Columbus ook de waardering die hij verdiende, hij had de aanzet gegeven tot de verovering van de Amerikaanse landen en had geen weet van al het goud. Pas veel later werd ook hij geëerd maar was al begraven in Columbia, dus werd hij opgegraven en naar Sevila gebracht - nou ja, wat er van hem over was (zo'n 2 ons). Dan zijn er - voor talloze heiligen - nog altaren en cryptes en schilderijen, natuurlijk alles dik met bladgoud bekleed. Dan nog een weetje, een bisschop rust op één kussentje, een aardsbisschop op twee kussentjes en een kardinaal op drie kussentjes. Bizar.
Dan mogen we ook nog de toren beklimmen, wel even een dingetje, er zijn 35 opgangen en dan nog een flink aantal treden. Die opgangen, je denkt dat doen we wel even, maar er zijn talloze die puffend en hijgend de weg naar boven proberen te volbrengen. Boven is het uitzicht verbluffend, je kan tot ver over de stad kijken, je ziet zelfs de zee (of is dat nou een fata morgana?).
Dan spiltst de groep zich in: de 'in Sevilla blijvers' en de 'naar de camping terug gangers'. Wij blijven in Sevilla, maar het aantal blijvers is ver in de minderheid, had ik niet verwacht.

Wij gaan eerst op pad voor een eenvoudige lunch, koffie 'mit etwas dazu' in een Pastelaria. Maar dat is toch wel wat lastig te vinden, we behelpen ons met een Panaderia, ook prima voor één keer.
We gaan naar de rivier, de Guadalquivir (wat een naam) en steken deze over. Vanaf de overkant heb je een prachtig zicht op de stad, al de torens. Direct aan de oever heb je al meerdere 'kastelen' we zien direct de Torra del Oro, waarom die zo heet, geen idee.. Vanaf die plaats zijn er meerdere rederijen die je een tochtje over de rivier aanbieden. Ook ligt er een replica van het schip - beter scheepje - waarmee Columbus naar Amerika voer. Het ziet er klein uit, maar het is wel heel mooi om te zien. We lopen langs de oever - die vooral gedomineerd wordt door grotere en kleine restaurantjes - naar de volgende brug en steken daar de rivier met de moeilijke naam weer over en komen in het Park Marie Louise. In dit park is het een enorm assortiment aan bomen, struiken en planten van over de hele wereld, meegenomen door de zeevaarders. Er zijn talloze vijvers en speelplaatsen voor kinderen en bankjes voor ouderen, lekker in de schaduw en wat brood voor de eenden. Het park komt uit op de Plaza de España - waar we vanmorgen begonnen zijn. Vanaf deze kant zie je veel beter de fraaie waterpartij die op het plein gecreëerd is en waar bootjes te huur zijn om met geliefden te varen. Echter vandaag niet, vanwege de opbouw van het podium voor het concert dit weekend.
We kopen een drankje en gaan op zoek naar dat mooie wijkje Santa Cruz. Uiteindelijk vinden we dat en wandelen door de doolhof aan straatjes, het is a-maze-ing. Je kunt er zelfs zo maar verdwalen, dat merk je pas als je zegt: hier liepen we toch daarnet ook. Het is nog geen tijd voor ons diner maar we hebben wel trek in een klein hapje, nou daar heeft de Spanjaard de Tapas voor uitgevonden. En na enig zoeken vinden we een klein Tapas-restaurant "Levies" waar we een prima kip met saus en frites krijgen, zelden zo lekker en zo goedkoop.
Dan is het tijd om te verzamelen bij de toren van de kathedraal, maar het blijkt dat iedereen dat begrip wat anders interpreteert, sommigen staan echt letterlijk aan de voet van de toren, voet tegen de stenen, anderen staan op het plein dat uitzicht biedt op de toren. Uiteindelijk komt alles nog goed en gaan we op weg naar de Flamenco uitvoering in "El Casa de Flamenco". Het is fantastisch, wat een temperament. Maar wat ik dan weer mis is: wat wordt hier uitgebeeld: treurnis, verdriet, vast geen blijdschap ...
Dan zingt de oudere vrouw een hartverscheurend lied, begeleid door de man met de gitaar, heel emotioneel. Ik stel me voor dat ze zingt: Visboer wat maak je me nou, je verkoopt me rotte vis, de muizen hebben het graan opgegeten, het brood is verschimmeld, de groente verrot, mijn man is op zee, wat moet ik nu aan mijn kinderen te eten geven.
Daarna komt de jongere man dansen, hij wordt opgezweept door de drie vrouwen en danst steeds feller en vuriger maar aan het eind van de avond gaat hij alleen naar huis, wat een triest verhaal. Ik vermoed dat de Flamenco, net als de Fado, het verdriet in het leven bezingt.
Daarna gaan we eten, zeg maar dineren, het is een fraaie enthourage en het eten is prima. We gaan lopend naar de bus, vanwege de marathon, en om elf uur zijn we weer 'op de camping', we zijn ruim veertien uur onderweg geweest, wel een beetje lang.

Zaterdag, 1 oktober. Sevilla.
Een vrije dag, ook uw 'verslaggever' heeft een vrije dag.

Zondag, 2 oktober. Naar Cordoba.
Vandaag een reisdag, 'even' naar Cordoba, het is niet ver en voornamelijk over de snelweg. We kiezen voor een kleine omleiding, in de hoop en verwachting dat we door wat gevarieerde natuur komen. Maar dat pakt niet zo heel goed uit. Rijdende op de snelweg zien we weinig variatie in de natuur om ons heen en dus slaan we af, richting Carmona, een dorpje niet ver vanaf de snelweg en Marchena, midden in de mooie natuur - hopen we. De rit verloopt spoedig en al snel hebben we de afslag Carmona. Dit is een best aardig dorpje, met een fraaie kerk en zelfs een kasteel of burcht. Er zijn aardig wat mensen op de been, het is wel zondag.... en men is op weg naar een terrasje om even de week door te nemen met vrienden en kennissen. Maar helaas, we kunnen nergens stoppen, er is geen parkeerplaats, erg jammer. Dan door naar Marchena. Nu wordt het pas echt duidelijk hoe desolaat deze streek is. Saaier en dan saai, met een enkele keer een klein doucheurtje, in de vorm van een hachienda of plantage. Soms een restant van een fort of zoiets.
Marchena is echt niets, er staat een enorme fabriek, letterlijk 'in the middle of nowhere'. Wat doen ze hier, wat maken ze hier, er staan talloze vrachtwagens opgesteld, waarvoor? We krijgen, omdat er helemaal niemand is, geen antwoord....
Weer terug naar de snelweg, weer 24 kilometer saaie weg, met hier en daar een plantage in aanleg, dat is dan wel weer leuk, dat iemand er heil in ziet hier iets te beginnen. Het is half drie als we aankomen in La Carlota, het is een camping met ruime plekken, wel vol in de zon en die is vandaag wel heel erg heet, de koelkast is (binnenin) 18 graden. Helaas is het zwembad dicht, helaas is de 'kampwinkel' dicht, helaas doet de Wifi het niet - ofschoon dat later wordt verholpen: 'de baas' had het nog niet aangezet.... Pfff..
Morgen excursie naar Cordoba, welterusten.

Naar de volgende week 6.

Terug naar Spanje Portugal reis


Terug naar Gerritsma-site